Weergave van de tekening

Wanneer u een DWG opent toont het het laatst opgeslagen aanzicht. Een DWG heeft twee werkruimten: Model Space en PaperSpace. Paperspace bestaat uit één of meer indelingen. Onder het tekengebied ziet u een reeks van tabbladen: Model en één voor elk van de lay-outs. Klik op een tab om te schakelen tussen Modelspace en één van de indelingen. Als de onderste rand van de tekening scherm niet alle lay-out tabbladen houden, kunt u de navigatieknoppen aan de linkerkant om door de lay-out tabbladen te bladeren.

Model Space

Model Space bevat de tekening-entiteiten. Model Space bestaat uit één enkele viewport, maar u kunt het in veelvoudige viewports verdelen. Elke viewport kan verschillende delen van de tekening tonen.

Paper Space

Zoals vermeld door zijn naam, wordt de Paper Space gebruikt om lay-out te maken voor het printen. Elke tekening heeft minstens één lay-out en elke lay-out is samengesteld uit één of meerdere viewports. Elke viewport kan een verschillend deel van de tekening bij een verschillende schaal tonen. In elke lay-out kunt u titelblokken, legenda’s, kaders, enz. toevoegen die nodig zijn voor het printen van de tekening. Dergelijke entiteiten zijn zichtbaar in de lay-out waar u hen toevoegd, niet in de andere lay-outs van in Model Space.

Lagen

Alle grafische informatie in een DWG zit in één van meerdere lagen (lagen). Elke tekening heeft minstens Laag 0 (nul). Het aantal lagen is niet beperkt. De instellingen van een laag zijn door de gebruiker aan te passen. De actieve laag is gemarkeeerd.

De instellingen van een laag zijn:

  • Layer Name: iedere laag heeft een unieke naam
  • On/Off: ON ( = zichtbaar) van OFF ( = onzichtbaar)
  • Freeze: THAWED ( = zichtbaar) van FROZEN ( = onzichtbaar)
  • Locked: UNLOCKED ( = object is te bewerken ) van LOCKED ( = niet te bewerken )
  • Color: iedere laag heeft een kleur
  • Line type: iedere laag heeft een lijnsoort
  • Line weight: iedere laag heeft een lijndikte
  • Plot Style: iedere laag heeft een plotstijl (printstijl) voor de objecten in de laag
  • Plot: Ja ( = objecten worden geprint) van nee ( = niet printen)

Een laag die OFF staat laat objecten op die laag niet zien. Dat kan een gedeelte van de inhoud van een block zijn. Staat een block in een bepaalde laag dan zal FREEZE alle inhoud van het block onzichtbaar maken, terwijl dat met OFF niet het geval hoeft te zijn.

Het commando LWDEFAULT bepaalt wat de standaard lijndikte is, stel dit in bij het maken van een PDF met PDFEXPORT, bijvoorbeeld op 10.